Waarom stoffen combineren vaak misgaat
Veel mensen letten vooral op kleur als ze een outfit samenstellen, maar vergeten de stof. Toch bepaalt het materiaal minstens zo veel hoe een look overkomt. Twee kledingstukken kunnen qua kleur perfect matchen, maar samen alsnog slordig of zwaar ogen doordat de stoffen niet bij elkaar passen. Wie stoffen bewust combineert, krijgt direct een luxere, doordachte uitstraling.
De basis: glans, structuur en dikte
Om stoffen goed te combineren is het handig om op drie dingen te letten: glans, structuur en dikte. Gladde, glanzende stoffen zoals satijn en zijde vallen op en trekken de aandacht. Matte stoffen zoals katoen of wol werken juist rustgevend. Een outfit met alleen maar glans wordt snel overdreven, terwijl alleen maar matte stoffen soms saai kunnen lijken. Een subtiele mix zorgt voor balans.
Structuur speelt ook een grote rol. Denk aan ribfluweel, wol met een grove weving of een opengewerkt haakwerk. Deze stoffen geven diepte aan je outfit. Combineer je meerdere sterke structuren, dan kan het geheel snel te druk ogen. De vuistregel: één opvallende structuur, aangevuld met rustigere stoffen.
Tot slot is er de dikte. Zware stoffen zoals denim, wol en leer dragen visueel meer gewicht dan dunne materialen zoals viscose of chiffon. Zorg ervoor dat de verhoudingen kloppen. Meestal werkt het goed om de zwaarste stof beneden te dragen en lichtere materialen boven, zodat het silhouet in balans blijft.
Veilige combinaties die bijna altijd werken
Katoen met denim
De combinatie van katoen en denim is een klassieke winnaar. Een eenvoudig katoenen T-shirt met een jeans oogt vanzelfsprekend en rustig doordat beide stoffen mat en relatief casual zijn. Je kunt hier gerust een derde stof aan toevoegen, zoals een wollen trui of een linnen overhemd, zonder dat het rommelig wordt.
Wol met zijde of satijn
Wol en zijde vullen elkaar mooi aan doordat ze elkaars tegenpolen zijn. Wol oogt warm en volumineus, zijde of satijn juist glad en verfijnd. Denk aan een satijnen top onder een wollen blazer of een lichte zijden blouse in een wollen broek. De matte wol tempert de glans, waardoor het geheel stijlvol en niet overdreven feestelijk wordt.
Leer met knitwear
Leer heeft een stoere, strakke uitstraling. Gecombineerd met knitwear, zoals een grof gebreide trui of fijngebreid vest, ontstaat een interessant contrast. Het zachte breisel maakt het leer minder hard, terwijl het leer de outfit structuur en vorm geeft. Let er wel op dat de kleuren rustig blijven, zodat de materialen de hoofdrol spelen.
Zo voorkom je een rommelige indruk
Wil je meerdere stoffen in één outfit verwerken, houd dan een duidelijk focuspunt aan. Kies bijvoorbeeld één blikvanger, zoals een fluwelen blazer of een glanzende rok, en bouw de rest van de outfit op met rustigere materialen. Probeer ook niet te veel verschillende structuren tegelijk te dragen. Twee tot drie soorten stof zijn meestal voldoende voor een interessante, maar samenhangende look.
Let daarnaast op herhaling. Komt een stof of textuur minimaal twee keer terug, dan voelt een outfit automatisch meer als één geheel. Denk aan een leren riem die aansluit bij leren schoenen, of een wollen sjaal die de textuur van je trui herhaalt. Door zo met materialen te spelen, ziet je kleding er doordacht uit zonder dat het geforceerd aanvoelt.