Waarom het mixen van stoffen zo krachtig is
Verschillende stoffen combineren in één outfit kan je look direct interessanter maken. Textuur valt op, zelfs als de kleuren rustig zijn. Denk aan het verschil tussen een volledige katoenen outfit en een combinatie van denim, wol en satijn. De tweede optie oogt vaak rijker, zonder dat je meer kleur hoeft te gebruiken.
Toch vinden veel mensen het spannend om stoffen te mixen. De angst is dat het geheel rommelig of goedkoop oogt. Met een paar eenvoudige richtlijnen maak je van gemixte stoffen juist een stijlvol geheel dat heel bewust gekozen lijkt.
Begin met één dominante stof
Een outfit wordt snel onrustig als alle stoffen evenveel aandacht vragen. Kies daarom één dominante stof als basis. Dit kan bijvoorbeeld denim, katoen of wol zijn. Deze stof bepaalt de sfeer van je outfit en vormt de achtergrond waartegen de andere materialen opvallen.
Denk aan een simpele jeans als fundament. Daarboven kun je spelen met een gladde blouse, een grof gebreid vest of een suede jasje. Door één krachtig basismateriaal te kiezen, oogt je outfit vanzelf samenhangend.
Rustige basics als anker
Als je net begint met mixen, kies dan basics in neutrale kleuren als anker. Een effen katoenen T-shirt of een simpele wollen trui maakt het makkelijker om een opvallender stof, zoals leer of satijn, toe te voegen zonder dat het schreeuwerig wordt.
Speel met contrast, maar doseer
Contrasten in textuur maken een outfit interessanter, zolang je het aantal verschillende materialen beperkt houdt. Twee tot drie soorten stof is meestal voldoende voor een gebalanceerde look. Meer kan werken, maar vraagt meer gevoel voor styling.
Een sterk contrast is bijvoorbeeld grof breisel met gladde, glanzende stof. Denk aan een chunky wollen trui boven een soepelvallende satijnen rok. Het oog leest direct: zacht en grof tegenover glad en luxe. Dat verschil creëert spanning in je outfit, maar blijft rustig als de kleuren op elkaar zijn afgestemd.
Subtiele texturen voor een verfijnde look
Wil je het rustiger houden, kies dan voor subtiele verschillen in textuur. Combineer bijvoorbeeld mat katoen met fijn ribfluweel, of dun denim met een lichte wolmix. De materialen verschillen wel, maar schreeuwen niet om aandacht. Dit werkt vooral goed in minimalistische garderobes.
Kleuren als lijm tussen de stoffen
Zelfs de meest uiteenlopende stoffen kunnen samen werken als de kleuren elkaar versterken. Gebruik kleur om de materialen visueel te verbinden. Dit kan door ton-sur-ton te werken, dus verschillende tinten van één kleur, of door binnen één beperkt kleurenpalet te blijven.
Een voorbeeld is een crèmekleurige katoenen broek met een gebroken witte wollen trui en een beige leren riem. De stoffen verschillen duidelijk, maar de kleuren liggen dicht bij elkaar, waardoor het geheel rustig blijft en toch interessant oogt.
Let op de glans van de stoffen
Glanzende stoffen trekken sneller de aandacht dan matte materialen. Gebruik glans daarom spaarzaam als accent. Een satijnen top onder een matte blazer, of een glanzende rok met een eenvoudige katoenen top, zorgt voor balans. Als alles glanst, ziet een outfit al snel goedkoop en onrustig uit.
Pasvorm en volume maken het verschil
Niet alleen de stof, maar ook de vorm van je kleding bepaalt of het geheel harmonieus oogt. Combineer bijvoorbeeld een volumineuze wollen trui met een soepelvallende rok of een strakke broek. Het contrast in volume werkt dan samen met het contrast in stof.
Let er bovendien op dat minstens één kledingstuk goed gestructureerd is. Een nette blazer, een strak gesneden broek of een shirt met duidelijke schouderlijn geeft vorm aan de outfit. Daardoor lijkt de combinatie van verschillende stoffen bewust in plaats van willekeurig.