Waarom stoffen combineren zo snel misgaat
Stoffen mixen in één outfit lijkt eenvoudig, maar in de praktijk kan het snel rommelig of goedkoop ogen. Een glanzende blouse bij een glanzende rok, een grof gebreide trui op een zwaar wollen broek en daaronder ook nog eens suède laarzen: de materialen vechten dan om aandacht. Wie bewust speelt met textuur en stofsoorten, krijgt juist een rijke, interessante look die er doordacht uitziet.
De sleutel is balans. Denk niet alleen aan kleur en pasvorm, maar ook aan hoe een stof het licht vangt, hoe dik ze is en welke structuur ze heeft. Door dat in je achterhoofd te houden, wordt combineren veel makkelijker.
Begin bij één hoofdstof
Maak het jezelf eenvoudig door altijd te starten met één hoofdstof. Dat is het kledingstuk dat het meest aanwezig is: een broek, jurk of blazer. Kies bijvoorbeeld voor denim, wol, linnen of katoen. Deze basis bepaalt de sfeer van de hele outfit.
Rustige basisstoffen
Denim, glad katoen, viscose en veel wollen weefsels werken goed als neutrale dragers. Ze zijn niet extreem glanzend of extreem grof. Hierdoor kun je er probleemloos één of twee opvallendere materialen aan toevoegen, zoals leer, satijn of een grof breisel. Zo blijft de outfit in balans en voorkom je dat alles schreeuwerig wordt.
Wanneer je basis zelf al opvallend is
Gebruik je als hoofdstof iets dat meteen in het oog springt, zoals lakleer, satijn of een metallic coating, houd de rest dan rustig. Combineer zo’n item met matte stoffen in eenvoudige vormen. Op die manier blijft de aandacht waar jij die wilt hebben, zonder dat het geheel overweldigend wordt.
Speel met contrast, maar doseer
Contrasterende texturen maken een outfit interessant. Denk aan een zachte, pluizige trui met een strakke leren rok, of een luchtig linnen hemd op een stevige denim. Het contrast zorgt ervoor dat elke stof beter tot zijn recht komt.
Mat versus glans
Een matte stof naast een glanzende stof werkt bijna altijd goed, zolang je de glans beperkt tot één kledingstuk. Een satijnen top op een matte pantalon oogt chic. Satijn, zijde en sommige synthetische stoffen zijn al snel aanwezig, dus ondersteun ze met rustige, niet-reflecterende materialen.
Grof versus fijn
Een grof breisel combineert mooi met een gladde stof, zoals een soepele rok of een strakke jeans. Vermijd daarbij te veel grove stoffen bij elkaar, want dan kan het massief en zwaar ogen. Eén grof element per outfit is meestal genoeg om textuur toe te voegen zonder dat het lomp wordt.
Let op seizoen en comfort
Tot slot: stoffen moeten niet alleen mooi samen ogen, maar ook logisch aanvoelen. Een dikke wollen trui met een dunne, zomerse viscose rok kan visueel kloppen, maar qua gevoel botsen de seizoenen. Probeer stoffen te kiezen die qua gewicht en warmte bij elkaar passen. Zo ziet je outfit er niet alleen stijlvol uit, maar voelt hij ook prettig aan door de dag heen.